Is de volgende Mozart nog een mens ?
Millennia lang behoorde creativiteit tot het domein van de mens. Vandaag weten computers en robots die menselijke gave steeds beter te benaderen. Vegen ze binnenkort de vloer aan met kunstenaars, zoals ze dat vandaag al doen met schaakspelers ?
In de sciencefictionfilm ‘I Robot’ confronteert een detective de humanoïde robot Sunny met de stelling dat hij slechts een machine is omdat hij geen dromen heeft, geen symfonie kan schrijven of geen prachtig meesterwerk kan schilderen. Waarop de robot antwoordt ‘Kun jij dat?’.
Niet iedere mens is hypercreatief zoals Picasso of Einstein, maar intussen worden robots steeds slimmer en behendiger en de vraag rijst hoe creatief zulke machines kunnen zijn.
Kunstschilder Harold Cohen bouwde al in 1973 zijn eigen schilderrobot AARON waarmee hij tot zijn dood in 2016 experimenteerde en de meeste mensen die de schilderijen van AARON zien, merken niet op dat ze door een robot zijn geschilderd. Daarmee slaagt AARON voor de Turingtest van de schilderkunst.
In de biologie experimenteerde een hoogleraar informatica met een robotwetenschapper en samen creëerden zij de robot Eve. Eve voert volledig automatisch wetenschappelijke experimenten uit naar gistcelleen. Ze is uitgerust met robotarmen, camera’s en andere sensoren en kan als een vaardige laborant met pipetten omgaan. En wat meer is : als een hyperrationele wetenschapper stelt ze hypotheses op over de mogelijke functies van genen in een gistcel. Vervolgens test ze de stellingen, analyseert ze de uitkomsten en doet zelfs voorstellen voor vervolgexperimenten ! Het einddoel is om met robots zoals Eve onderzoek naar nieuwe medicijnen zoveel mogelijk te automatiseren.
Maar betekent dat ook dat AARON en Eve creatief kunnen zijn? Voor de meeste onderzoekers is iets pas creatief als het aan twee eisen voldoet. Ten eerste moet de creatie nieuw zijn en voor sommigen zelfs volledig ‘out of the box’. Ten tweede moet het nuttig of waardevol zijn. Harold Cohen maakte een verschil tussen creativiteit met een kleine ‘c’ en die met een grote ‘C’. De verrassende schilderijen van AARON vond hij creatief omdat hij niet leerde van de wereld om zich heen en ook niet van zijn eigen onvolkomenheden. Iemand als Picasso was echt Creatief als mede-grondlegger van een geheel nieuwe schilderstijl, het kubisme.
Ross D. King, de maker van Eve, plaatst creatief dan weer op een schaal met gradaties en zullen robots stapje voor stapje creatiever worden en evolueren naar de creativiteit van Einstein of Picasso. Het argument dat AARON en Eve totaal geen idee hebben van wat ze aan het doen zijn, betekent niet dat ze niet in staat zijn om iets creatiefs te maken. De filosoof Daniel Dennett heeft het in zijn boek ‘Van bacterie naar Bach en terug’ over ‘competentie zonder begrip’. Bovendien zullen computers en robots ook steeds beter vatten wat ze creëren naarmate ze meer aspecten van de menselijke intelligentie zullen verwerven zoals emoties, instincten, intuïtie en verbeelding (cfr. SF-film ‘ex machina’).
Intussen gaat een zekere Simon Colton al verder met zijn schildercomputer ‘The painting fool’. Hij voegde de eigenschappen inspiratie en zelfevaluatie toe waardoor The Painting Fool door het lezen van een stapeltje nieuwsartikelen in een stemming geraakt die de toon van het portret beïnvloedt. Net zoals menselijke kunstenaars is hij bovendien in staat om zijn eigen werk te beoordelen. Als hij zijn eigen doelstellingen niet haalt raakt hij ongelukkig en probeert het opnieuw.
Aan de Spaanse universiteit van Malaga ontwikkelde men dan weer een computerprogramma Iamus dat op een bijzondere manier klassieke muziek componeert. Het gaat daarbij niet om variaties op muziekstukken van bekende componisten, maar wel composities van een leeg blad.
In 2012 verscheen zelfs een album ‘Iamus’ met twee stukken die door het London Symphony Orchestra werden uitgevoerd. De eerste violist was wel onder de indruk, maar vond wel dat de muziek specifieke menselijke kwaliteiten ontbeerde. Het gaat immers om een computer ‘die niet in onze mensenwereld leeft’ en Harold Cohen stelde ook al dat ‘geen machine de wereld ooit zal ervaren als een mens. Het is één ding om een brein te hebben, en nog een ander om een leven te hebben.’ De menselijke creativiteit wortelt in de homo sapiens als product van biologische evolutie, terwijl machinale creativiteit wortelt in een op logica gebaseerde niet-levende computer, zonder de drang van overleving of voortplanting.
Veel interessanter is de vraag hoe wij als mensen computers kunnen gebruiken om zelf creatiever te worden. Samen kunnen ze creatiever zijn dan elk afzonderlijk. Schaak- en Go-spelers en zelfs chef-koks maken al gebruik van zo’n samenwerking en ze staan daarbij vaak versteld van de inventiviteit van de computersuggesties.
Ook op het gebied van ontwerpen leren neurale netwerken van bestaande concepten en maakt daar creatieve varianten op. Zo ontwierpen computers de nieuwe tandenborstel Oral-B (schuine haartjes), maar ook rijdende robots voor de NASA.
Voorlopig is de machine-intelligentie nog lang niet zo algemeen als menselijke intelligentie, maar het is intussen al duidelijk veel minder uniek menselijk is dan we tot nu toe dachten. Hoogleraar Max Welling is er zelfs van overtuigd dat machines nog veel creatiever kunnen zijn dan mensen en dat creativiteit eigenlijk gaat om het onbewust combineren van een heleboel bestaande ideeën tot nieuwe. Hij ziet absoluut niet waarom computers of robots dat niet zouden kunnen.
Bron: “Is de volgende Mozart nog een mens?” van Bennie Mols in EOS mei 2018, p. 15-18
In de sciencefictionfilm ‘I Robot’ confronteert een detective de humanoïde robot Sunny met de stelling dat hij slechts een machine is omdat hij geen dromen heeft, geen symfonie kan schrijven of geen prachtig meesterwerk kan schilderen. Waarop de robot antwoordt ‘Kun jij dat?’.
Niet iedere mens is hypercreatief zoals Picasso of Einstein, maar intussen worden robots steeds slimmer en behendiger en de vraag rijst hoe creatief zulke machines kunnen zijn.
Kunstschilder Harold Cohen bouwde al in 1973 zijn eigen schilderrobot AARON waarmee hij tot zijn dood in 2016 experimenteerde en de meeste mensen die de schilderijen van AARON zien, merken niet op dat ze door een robot zijn geschilderd. Daarmee slaagt AARON voor de Turingtest van de schilderkunst.
In de biologie experimenteerde een hoogleraar informatica met een robotwetenschapper en samen creëerden zij de robot Eve. Eve voert volledig automatisch wetenschappelijke experimenten uit naar gistcelleen. Ze is uitgerust met robotarmen, camera’s en andere sensoren en kan als een vaardige laborant met pipetten omgaan. En wat meer is : als een hyperrationele wetenschapper stelt ze hypotheses op over de mogelijke functies van genen in een gistcel. Vervolgens test ze de stellingen, analyseert ze de uitkomsten en doet zelfs voorstellen voor vervolgexperimenten ! Het einddoel is om met robots zoals Eve onderzoek naar nieuwe medicijnen zoveel mogelijk te automatiseren.
Maar betekent dat ook dat AARON en Eve creatief kunnen zijn? Voor de meeste onderzoekers is iets pas creatief als het aan twee eisen voldoet. Ten eerste moet de creatie nieuw zijn en voor sommigen zelfs volledig ‘out of the box’. Ten tweede moet het nuttig of waardevol zijn. Harold Cohen maakte een verschil tussen creativiteit met een kleine ‘c’ en die met een grote ‘C’. De verrassende schilderijen van AARON vond hij creatief omdat hij niet leerde van de wereld om zich heen en ook niet van zijn eigen onvolkomenheden. Iemand als Picasso was echt Creatief als mede-grondlegger van een geheel nieuwe schilderstijl, het kubisme.
Ross D. King, de maker van Eve, plaatst creatief dan weer op een schaal met gradaties en zullen robots stapje voor stapje creatiever worden en evolueren naar de creativiteit van Einstein of Picasso. Het argument dat AARON en Eve totaal geen idee hebben van wat ze aan het doen zijn, betekent niet dat ze niet in staat zijn om iets creatiefs te maken. De filosoof Daniel Dennett heeft het in zijn boek ‘Van bacterie naar Bach en terug’ over ‘competentie zonder begrip’. Bovendien zullen computers en robots ook steeds beter vatten wat ze creëren naarmate ze meer aspecten van de menselijke intelligentie zullen verwerven zoals emoties, instincten, intuïtie en verbeelding (cfr. SF-film ‘ex machina’).
Intussen gaat een zekere Simon Colton al verder met zijn schildercomputer ‘The painting fool’. Hij voegde de eigenschappen inspiratie en zelfevaluatie toe waardoor The Painting Fool door het lezen van een stapeltje nieuwsartikelen in een stemming geraakt die de toon van het portret beïnvloedt. Net zoals menselijke kunstenaars is hij bovendien in staat om zijn eigen werk te beoordelen. Als hij zijn eigen doelstellingen niet haalt raakt hij ongelukkig en probeert het opnieuw.
Aan de Spaanse universiteit van Malaga ontwikkelde men dan weer een computerprogramma Iamus dat op een bijzondere manier klassieke muziek componeert. Het gaat daarbij niet om variaties op muziekstukken van bekende componisten, maar wel composities van een leeg blad.
In 2012 verscheen zelfs een album ‘Iamus’ met twee stukken die door het London Symphony Orchestra werden uitgevoerd. De eerste violist was wel onder de indruk, maar vond wel dat de muziek specifieke menselijke kwaliteiten ontbeerde. Het gaat immers om een computer ‘die niet in onze mensenwereld leeft’ en Harold Cohen stelde ook al dat ‘geen machine de wereld ooit zal ervaren als een mens. Het is één ding om een brein te hebben, en nog een ander om een leven te hebben.’ De menselijke creativiteit wortelt in de homo sapiens als product van biologische evolutie, terwijl machinale creativiteit wortelt in een op logica gebaseerde niet-levende computer, zonder de drang van overleving of voortplanting.
Veel interessanter is de vraag hoe wij als mensen computers kunnen gebruiken om zelf creatiever te worden. Samen kunnen ze creatiever zijn dan elk afzonderlijk. Schaak- en Go-spelers en zelfs chef-koks maken al gebruik van zo’n samenwerking en ze staan daarbij vaak versteld van de inventiviteit van de computersuggesties.
Ook op het gebied van ontwerpen leren neurale netwerken van bestaande concepten en maakt daar creatieve varianten op. Zo ontwierpen computers de nieuwe tandenborstel Oral-B (schuine haartjes), maar ook rijdende robots voor de NASA.
Voorlopig is de machine-intelligentie nog lang niet zo algemeen als menselijke intelligentie, maar het is intussen al duidelijk veel minder uniek menselijk is dan we tot nu toe dachten. Hoogleraar Max Welling is er zelfs van overtuigd dat machines nog veel creatiever kunnen zijn dan mensen en dat creativiteit eigenlijk gaat om het onbewust combineren van een heleboel bestaande ideeën tot nieuwe. Hij ziet absoluut niet waarom computers of robots dat niet zouden kunnen.
Bron: “Is de volgende Mozart nog een mens?” van Bennie Mols in EOS mei 2018, p. 15-18