Welkom in het fake universum Hans Plets
In de film ‘The Matrix’ zijn mensen via hun hersenen aan een computer gekoppeld en laten artificieel opgewekte zintuiglijke prikkels hen geloven dat ze zich in de fysische werkelijkheid bevinden. Wetenschappers willen experimenteel uitvissen of wij in een soortgelijke wereld leven. Het gaat daarbij om de filosofische vraag hoe zeker onze kennis van de wereld is. Het kan nooit geen kwaad je vermeende zekerheden zo nu en dan in vraag te stellen. Onze computers kunnen vandaag de impact berekenen van botsende sterrenstelsels en we ontwikkelen games waarin spelers hun avatar door een virtueel heelal met 18 triljoen planeten loodsen. Waarom zouden we op termijn niet in staat zijn om misschien het hele heelal te simuleren, inclusief onszelf? Dat idee leidt tot de vraag of ons bestaan een illusie is in een nieuwe, meer radicale gedaante. Computerdeskundigen, technologen en theoretisch natuurkundigen stellen zich letterlijk de vraag of wij virtuele wezens zijn in een virtuele werkelijkheid. Het feit dat wetenschappers zoiets ernstig overwegen doet vermoeden dat ze overspannen zijn geraakt door al dat getob over zwarte gaten en donkere materie.
De auteur leidt ons naar professor Bostrom, filosofische veelvraat met een achtergrond in theoretische fysica, neurowetenschappen, logica en artificiële intelligentie. Om zo’n computersimulatie mogelijk te maken zullen we over voldoende computerkracht moeten beschikken Die zal in de toekomst inderdaad alleen maar verder toenemen, maar om die virtuele wereld te bevolken met wezens zoals wij moet je ook bewustzijnstoestanden kunnen simuleren. Alhoewel er daarover onder neurowetenschappers geen consensus bestaat, neemt Bostrom aan dat het volstaat om hiervoor de wereld van neuronen, synapsen en neurotransmitters heel precies te modelleren. Vanuit die aanname onderzoekt hij enkele posities die wij kunnen bekleden ten opzichte van de werkelijkheid.
Mogelijkheid 1 : de mensheid als eindstation.
Loopt er op het evolutionaire pad steevast iets fout vooraleer een beschaving posthumaan kan worden in de zin dat ze onze volledige werkelijkheid kan simuleren? In het geval dat de technologische vooruitgang onvermijdelijk tot zelfvernietiging leidt, komen we uit bij de volgende mogelijke toestand van de werkelijkheid: nagenoeg geen enkele levensvorm bereikt een meer geavanceerd stadium dan de huidige mensheid. Dat betekent enerzijds dat ons bestaan in het heelal echt is, want geen enkele levensvorm is in staat om een werkelijkheid als de onze te simuleren. Maar dat we anderzijds wel stilaan de eindhalte van onze evolutionaire rit bereikt hebben.
Mogelijkheid 2 : simulaties zijn saai
Indien zo’n posthumane samenleving wel tot supersoort evolueert, blijft de vraag of ze het vermogen om zichzelf te simuleren wel of niet benut. Er zijn genoeg verklaringen waarom nagenoeg geen enkele posthumane samenleving haar vermogen zou benutten om werkelijkheden zoals de onze te simuleren. Misschien willen ze hun energie en rekenkracht voor nuttiger taken gebruiken, of misschien vinden ze wereldjes simuleren en die volstouwen met stumpertjes van mensen een saai tijdverdrijf. Mogelijk spelen er ook ethische overwegingen :je mag bewuste personages niet foppen door ze te doen geloven dat ze een echt en zelfstandig bestaan leiden. Een bestaan dat dan nog eens dikwijls dooraderd is met kommer en kwel.
Mogelijkheid 3 : de simulatiehypothese
Dan blijft er nog de mogelijkheid dat ze wel gebruik maken van hun vermogen om een werkelijkheid als de onze te simuleren. Naast die superieure , posthumane beschaving zouden er in de ‘echte’ werkelijkheid nog steeds beschavingen kunnen bestaan met ons huidige ontwikkelingsniveau. Toch zullen er naar verwachting dan veel minder biologische wezens zijn dan de in principe onbeperkte hoeveelheid gesimuleerde. De kans dat een gegeven beschaving als de onze gesimuleerd is wordt dan onnoemelijk veel groter dan dat ze in basiswerkelijkheid bestaat. De simulatiehypothese luidt als volgt: nagenoeg alle wezens met ervaringen zoals de onze leven in een simulatie. Een posthumane beschaving zou bijvoorbeeld onze wereld kunnen simuleren om inzicht te verwerven in haar eigen evolutie, net zoals wij de evolutie van het heelal proberen te achterhalen met computersimulaties. ‘Maak eens een vooroudersimulatie’ zou ergens in de toekomst een onderzoeksproject kunnen zijn in de universitaire vakgroep Posthumane wetenschappen.
Maar we kunnen evengoed het product zijn van een onbekende levensvorm uit de basiswerkelijkheid. We kunnen dan niet-speelbare personages zijn met een volkomen artificieel bewustzijn, waarbij posthumane wezens ons gedrag observeren zonder in te grijpen. Maar als spelers uit de werkelijkheid in onze avatar kruipen, kunnen we ons voorstellen dat ze ons bewustzijn sturen. De virtuele wereld van een simulatie kan dus wel of niet lijken op de basiswerkelijkheid met personages die wel of niet avatars zijn van een speler buiten de simulatie.
Tenslotte krijgt dit onderwerp ook veel aandacht van natuurkundigen. Misschien kunnen er een aantal openstaande problemen uit de theoretische fysica mee worden verklaard. Neem bijvoorbeeld de 26 natuurconstanten van het standaardmodel van de deeltjesfysica. Volgens de simulatiehypothese zou het mogelijk zijn dat de ‘spelers’ kunnen switchen tussen verschillende virtuele heelallen door gewoon aan de knopjes van die natuurconstanten te draaien. De lichtsnelheid zou dan de maximale snelheid van informatieoverdracht binnen het simulatienetwerk kunnen zijn en de Plancklengte een maat voor de pixelgrootte. Andere inzichten betreffen de oerknal, de rol van informatie als diepste laag van de werkelijkheid (na atomen, elementaire deeltjes en het begrip ‘veld’) en de bizarre werkelijkheid van de kwantumfysica.
De auteur beschrijft nog enkele mogelijke strategieën om experimenteel uit te vissen of ons leven één grote illusie is of om de simulatiehypothese ooit te ontkrachten. En misschien maakt de mogelijkheid om te ontdekken dat je in een simulatie leeft zelf ook weer deel uit van de simulatie, als een grapje van de posthumane nerds…
Bron: “Welkom in het fake universum” door Hans Plets in EOS november 2019 – p.44-47