Kernenergie is dood, leve de kernenergie !
Is de kernenergie ten dode opgeschreven, of krijgt de omstreden maar klimaatvriendelijke technologie de wind in de zeilen? ‘Met zon en wind alleen redden we het niet’
Volgens analisten op de energiewebsite Energie Post breekt een nieuw tijdperk aan: die van nucleaire ontmanteling, ‘de enige branche van de industrie die floreert’. Wereldwijd naderen inderdaad veel centrales de pensioengerechtigde leeftijd en het Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht een ‘golf van sluitingen van verouderde reactoren’, bijna 200 tegen 2040. Wereldwijd draaien er meer dan 440 kerncentrales met een gemiddelde leeftijd van bijna dertig jaar oud.
Toch worden er nog nieuwe centrales gebouwd en in 2016 kwam er zelfs meer dan 9 GW nucleaire capaciteit bij, de grootste jaarlijkse toename in 25 jaar. Omdat er ook centrales dicht gingen meldde Energy Post dat er netto een lichte daling van de capaciteit was, maar daartegenover staat dat volgens de World Nuclear Association (WNA) tegen 2025 nog 53 nieuwe centrales zullen opstarten. De wereldwijde nucleaire capaciteit groeit gestaag, ook al omdat de levensduur van verschillende centrales met succes wordt verlengd.
De bijdrage van de kernenergie in de energiemix daalde wel van 17,5 % (1996) naar 10,5 % (2016) vanwege de grotere rol voor gascentrales en het groeiende aandeel van hernieuwbare bronnen (24,5%).
Welke scenario’s schetst de IEA voor de toekomst ? Rekening houdend met de klimaatbeloftes die landen hebben gedaan verwacht men tegen 2040 een toenemende vraag naar energie van 30%. Om aan die toename tegemoet te komen ziet het agentschap vooral een rol weggelegd voor gas, hernieuwbare bronnen en toegenomen energie-efficiëntie. Lukt dit laatste niet, dan groeit de vraag dubbel zoveel. Hernieuwbare bronnen worden in veel landen de goedkoopste, terwijl kernenergie volgens de IEA deel blijft uitmaken van de mix met een jaarlijkse nucleaire capaciteitsgroei van 4 GW (vooral China). Om de opwarming van de aarde onder de 2°C te houden zou tegen 2050 70% van de energieproductie koolstofarm moeten zijn. Daarbij denkt men ook aan technologieën zoals koolstofopvang en –opslag (CCS), waarbij CO2 uitstoot van elektriciteitscentrales wordt gefilterd en opgeslagen. Zowel het IEA als het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) noemt kernenergie in één adem met andere koolstofarme technologieën. Volgens het IEA vormt het sluiten van kerncentrales een bedreiging van de tweegradendoelstelling en zou het opschroeven van de nucleaire capaciteit kunnen helpen. Het is echter de vraag of er zo’n consistent ondersteunend beleid zal komen, want van de 163 landen die in het kader van het Parijse klimaatakkoord een plan hebben ingediend vermelden er slechts tien expliciet kernenergie.
De voornaamste argumenten tegen kernenergie zijn mogelijke ongevallen en kernafval. Reactoren van de zogenoemde vierde generatie leveren dan ook minder langlevend radioactief afval en gelden als veiliger. Door gebruik te maken van passieve veiligheid is menselijke tussenkomst niet nodig omdat de reactor automatisch stilvalt bij ernstige problemen (NVDR: kan me niet voorstellen dat automatische shut-down niet zou geïnstalleerd zijn bij onze huidige kernreactoren). Onze reactoren zijn van de tweede generatie en gebruiken net als de verbeterde en veiligere reactoren van de derde generatie water als koelmiddel. Generatie IV-reactoren maken gebruik van nieuwe koelmiddelen zoals natrium, lood, helium of gesmolten zout. Deze reactortypes bevinden zich in verschillende ontwikkelingsstadia. Om op korte termijn de nodige uitstootreducties te realiseren zal dat overwegend met generatie III-reactoren zijn. De bouw van dergelijke reactoren lopen in Engeland, Finland en Frankrijk echter vertragingen en budgetvertragingen op, terwijl projecten in China en Rusland wel netjes volgens planning verlopen. In Europa zou dit te wijten zijn aan het ontbreken van een duidelijke politieke wil en verwaarloosde toeleveringsindustrie. Kleinere modulaire reactoren (SMR) zouden een antwoord kunnen bieden op de hoge investeringskosten.
Het IEA verwacht wel een toenemend aandeel van hernieuwbare energie (40% tegen 2040), maar kerncentrales kunnen flexibel energie leveren en extra opslagcapaciteit zal ervoor zorgen dat beide energiebronnen nog meer complementair zijn. Tenslotte wordt er in dit artikel nog op gewezen dat er in Europa nog meer dan 250 elektriciteitscentrales staan die draaien op steenkool. In België zou men ook bij kernuitstap in 2025 de elektriciteitsbevoorrading kunnen garanderen, maar dan moeten we wel investeren in een back-up. Hoe langer dat we met die beslissing wachten, hoe waarschijnlijker het is dat onze kerncentrales langer open zullen moeten blijven, want met zon en wind alleen redden we het de eerstkomende decennia niet.
Bron: EOS april 2018 – p.74-76 door Dieter De Cleene
Volgens analisten op de energiewebsite Energie Post breekt een nieuw tijdperk aan: die van nucleaire ontmanteling, ‘de enige branche van de industrie die floreert’. Wereldwijd naderen inderdaad veel centrales de pensioengerechtigde leeftijd en het Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht een ‘golf van sluitingen van verouderde reactoren’, bijna 200 tegen 2040. Wereldwijd draaien er meer dan 440 kerncentrales met een gemiddelde leeftijd van bijna dertig jaar oud.
Toch worden er nog nieuwe centrales gebouwd en in 2016 kwam er zelfs meer dan 9 GW nucleaire capaciteit bij, de grootste jaarlijkse toename in 25 jaar. Omdat er ook centrales dicht gingen meldde Energy Post dat er netto een lichte daling van de capaciteit was, maar daartegenover staat dat volgens de World Nuclear Association (WNA) tegen 2025 nog 53 nieuwe centrales zullen opstarten. De wereldwijde nucleaire capaciteit groeit gestaag, ook al omdat de levensduur van verschillende centrales met succes wordt verlengd.
De bijdrage van de kernenergie in de energiemix daalde wel van 17,5 % (1996) naar 10,5 % (2016) vanwege de grotere rol voor gascentrales en het groeiende aandeel van hernieuwbare bronnen (24,5%).
Welke scenario’s schetst de IEA voor de toekomst ? Rekening houdend met de klimaatbeloftes die landen hebben gedaan verwacht men tegen 2040 een toenemende vraag naar energie van 30%. Om aan die toename tegemoet te komen ziet het agentschap vooral een rol weggelegd voor gas, hernieuwbare bronnen en toegenomen energie-efficiëntie. Lukt dit laatste niet, dan groeit de vraag dubbel zoveel. Hernieuwbare bronnen worden in veel landen de goedkoopste, terwijl kernenergie volgens de IEA deel blijft uitmaken van de mix met een jaarlijkse nucleaire capaciteitsgroei van 4 GW (vooral China). Om de opwarming van de aarde onder de 2°C te houden zou tegen 2050 70% van de energieproductie koolstofarm moeten zijn. Daarbij denkt men ook aan technologieën zoals koolstofopvang en –opslag (CCS), waarbij CO2 uitstoot van elektriciteitscentrales wordt gefilterd en opgeslagen. Zowel het IEA als het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) noemt kernenergie in één adem met andere koolstofarme technologieën. Volgens het IEA vormt het sluiten van kerncentrales een bedreiging van de tweegradendoelstelling en zou het opschroeven van de nucleaire capaciteit kunnen helpen. Het is echter de vraag of er zo’n consistent ondersteunend beleid zal komen, want van de 163 landen die in het kader van het Parijse klimaatakkoord een plan hebben ingediend vermelden er slechts tien expliciet kernenergie.
De voornaamste argumenten tegen kernenergie zijn mogelijke ongevallen en kernafval. Reactoren van de zogenoemde vierde generatie leveren dan ook minder langlevend radioactief afval en gelden als veiliger. Door gebruik te maken van passieve veiligheid is menselijke tussenkomst niet nodig omdat de reactor automatisch stilvalt bij ernstige problemen (NVDR: kan me niet voorstellen dat automatische shut-down niet zou geïnstalleerd zijn bij onze huidige kernreactoren). Onze reactoren zijn van de tweede generatie en gebruiken net als de verbeterde en veiligere reactoren van de derde generatie water als koelmiddel. Generatie IV-reactoren maken gebruik van nieuwe koelmiddelen zoals natrium, lood, helium of gesmolten zout. Deze reactortypes bevinden zich in verschillende ontwikkelingsstadia. Om op korte termijn de nodige uitstootreducties te realiseren zal dat overwegend met generatie III-reactoren zijn. De bouw van dergelijke reactoren lopen in Engeland, Finland en Frankrijk echter vertragingen en budgetvertragingen op, terwijl projecten in China en Rusland wel netjes volgens planning verlopen. In Europa zou dit te wijten zijn aan het ontbreken van een duidelijke politieke wil en verwaarloosde toeleveringsindustrie. Kleinere modulaire reactoren (SMR) zouden een antwoord kunnen bieden op de hoge investeringskosten.
Het IEA verwacht wel een toenemend aandeel van hernieuwbare energie (40% tegen 2040), maar kerncentrales kunnen flexibel energie leveren en extra opslagcapaciteit zal ervoor zorgen dat beide energiebronnen nog meer complementair zijn. Tenslotte wordt er in dit artikel nog op gewezen dat er in Europa nog meer dan 250 elektriciteitscentrales staan die draaien op steenkool. In België zou men ook bij kernuitstap in 2025 de elektriciteitsbevoorrading kunnen garanderen, maar dan moeten we wel investeren in een back-up. Hoe langer dat we met die beslissing wachten, hoe waarschijnlijker het is dat onze kerncentrales langer open zullen moeten blijven, want met zon en wind alleen redden we het de eerstkomende decennia niet.
Bron: EOS april 2018 – p.74-76 door Dieter De Cleene