Standpunten anno 2002
1. Binnen een paar eeuwen zullen historici zich het hoofd breken over het verschijnsel dat - zelfs aan het einde van het tweede millennium - de Westerse beschaving nog steeds zo sterk werd beïnvloed en gedirigeerd door christelijk en ander (bij)geloof.
En dat terwijl het kritisch denken werd aangemoedigd en zelfs een modeverschijnsel was geworden. Bovendien kon de grote meerderheid van de westerlingen van een degelijke schoolopleiding genieten en vertoonde de Wetenschappelijke kennis een exponentiële ontwikkeling.
2. Zelfs de ontvoogde “vrijzinnige humanisten” schrijven in hun handvest dat men respect moet betonen voor alle levensopvattingen en religiën. Hoe kan men respect opbrengen voor mensen die Mythen, Sagen en Sprookjes (vb. Icarus, Sneeuwwitje) als “de waarheid” propageren? Vooral wanneer die mensen ons dan nog allerlei wetten opleggen en gedragscodes dicteren, gewoon omdat ze met velen zijn en de macht in handen hebben?
3. Het christelijk geloof en dan zeker de Rooms-katholieke kerkfabriek is in tegenstelling met veel andere godsdiensten een hoerige bedoening.Alles is goed om zieltjes te winnen en om het aantal leden op te vijzelen.
Onmondige borelingen worden verplicht om de club te vervoegen (doop), en wanneer sommigen “intelligente” volgelingen dan toch een beetje hun wenkbrauwen beginnen op te halen bij verhaaltjes over rijstpap met zilveren lepeltjes en de duivel met bokkenpoten, dan haasten ze zich te verklaren dat het allemaal maar om symboliek gaat.
4. Erger is het gesteld met de enorme macht die de katholieke kerkfabriek zich in onze Westerse maatschappij heeft toegeëigend. Ze slagen er moeiteloos in om misdadig gedrag van hun “meestergasten” langs de normale rechtspleging te loodsen en verklaren zich gewoon ‘niet bevoegd of verantwoordelijk’ omdat ze zogezegd geen zeggenschap hebben over hun personeel. Hierbij denken we in het bijzonder aan de talloze gevallen van pedofilie en andere seksuele misdaden; die trouwens vooral het gevolg zijn van de “erfzonde” en “celibaatverplichting” die ze zelf hebben uitgevonden.
5. Godsdienst kan een handig middel zijn bij ontwikkelingsvolkeren de wet en orde te helpen respecteren. Het is duidelijk dat men dat normaal nooit zou kunnen volhouden op het moment dat dergelijke volksgroepen voldoende kennis en kritische geest hebben ontwikkeld, ware het niet dat wij blijkbaar de kracht van opvoeding en traditie zwaar onderschatten. Dat zal trouwens de enig mogelijke verklaring zijn voor onze toekomstige historici i.v.m. punt 1.
6. Het is absoluut nodig dat wij bewust worden hoeveel invloed de katholieke kerk en andere sekten op ons gedrag en denken hebben.Hoe desastreus zijn de gevolgen niet van de “erfzonde” waarmee wij – ook “atheïsten” – werden opgezadeld. Het gaat vooral over onze valse schaamte om uit te komen voor onze kwaliteiten en positieve prestaties, maar duidelijk grijpt dit kunstmatig trauma nog veel verder in ons functioneren als mens in.
7. We moeten trouwens zo snel mogelijk breken met de negatieve benaming “atheïst”. Die werd ons door de tegenpartij opgedrongen. Hoe kunnen wij niet iets zijn waarvan we overtuigd zijn dat het niet bestaat ? Laten we ons de “geestelijk autonoom agerende medemens” of iets dergelijks noemen.
8. We moeten ons vooral onderscheiden van mensengroepen die enkele dei ex machina nodig hebben om zich correct in het samenleven met anderen te gedragen. Hoe schrikbarend zijn niet de uitspraken zoals “als ik niet in de duivel en het laatste oordeel zou geloven, dan zou ik mijn gang nogal gaan!”
9. Wie tegen euthanasie is heeft voor mijn part het recht te creperen. Aan anderen moeten ze wel het zelfbeschikkingsrecht respecteren om op een waardige manier afscheid te nemen van het leven en van de mensen die hen omringen. Het is misdadig dat het opgelegde gebod van ‘de sekten’ dat alle leven beter is dan de dood - alhoewel ze die dood soms ‘verlossing’ noemen – ook wordt opgedrongen aan ‘normale’ mensen. Het gaat trouwens om een legalisering van euthanasie, niet om een verplichting.
10. Wie tegen abortus is, mag voor mijn part heel zijn leven opofferen voor een gehandicapt kind. Indien dit kind zelf voldoende kwaliteit in het leven vindt, is dat achteraf zelfs een nobele daad. Als dit kind moet leven in pijn en ongeluk, is die opoffering zelfs een vorm van folterpraktijk geworden. Aan andere mensen moet men evengoed als bij vorig punt het beschikkingsrecht laten om binnen de regels van een degelijke legalisatie abortus toe te passen. Ook hier hebben de sekten zich niet te bemoeien; zij zijn – in bepaalde gevallen: spijtig genoeg - niet verplicht om (zwaar) gehandicapte foetussen te aborteren.
11. Klonen en genetische modifactaie: wordt meestal negatief geassocieerd met de nazistische experimenten tijdens de tweede wereldoorlog. Maar toch gaat het om een belangrijke progressie in de medisch wetenschappelijke wereld. Niemand zal de voortschrijdende evolutie van onze kennisvergaring kunnen tegenhouden en dergelijke ontdekkingen zullen leiden tot onvoorstelbaar nuttige en levensreddende toepassingen. Elke uitvinding kan spijtig genoeg misbruikt worden, maar dat heeft nooit geleid tot het negeren van de nieuwe verworvenheid.
12. Religieuze overtuiging of levensbeschouwing mag nooit een verontschuldiging of vrijgeleide zijn voor racistische en/of discriminerende acties of uitspraken. Als overtuigd antiracist wraak ik dus het gedrag van veel fundamentalistische allochtonen die zelf een duidelijk herkenbaar racistisch gedrag vertonen ten opzichtig van anders of niet-gelovigen.
13. Er zit een duidelijk ‘geweten’ geprogrammeerd in onze hersenen. Dat geweten is gebaseerd op de oergedachte ‘doe niet aan een ander wat je zelf niet zou willen ondergaan’. Die wetmatigheid spruit voort uit het besef dat we nu éénmaal met zijn allen een volledige levensperiode samen zullen doorbrengen en dat we daarom allemaal voordeel halen als we voor mekaar dat leven zo aangenaam mogelijk maken. De meeste religies hebben trouwens die oerwet overgenomen en veel van hun ‘geboden’ zijn daar logisch uit ontsproten (zie punt 5).
14. Dat godsdiensten zoals de islam – die zich de laatste tijd erg agressief en fundamentalistisch uiten – ‘achterlijk’ zouden zijn ten opzichte van het christendom, is uitsluitend te wijten aan het feit dat deze ‘Grote Sekte’ onvoldoende werd blootgesteld aan onbevangen kritiek. Het kan zich net als de ‘Katholieke Sekte’ enkele eeuwen geleden, nog afschermen met sanctionerend fundamentalisme. De opleidingsgraad van de volgelingen ligt beduidend lager dan die van de huidige westerse wereld, heeft meestal de godsdienst zelf als studieobject en kritiek wordt niet gedoogd. Bovendien verzekeren dergelijke Sekten zich van voldoende staatsgezag en verzetten zij zich tegen de scheiding tussen moskee en staat.
15. Scheiding tussen Kerk en Staat is trouwens ook in die Westerse wereld verre van voltooid. Denk aan de ‘meldpunten voor pedofiel gedrag van priesters’, het ‘Kerkelijk Recht’ en het ‘Vrij Onderwijs’. Die laatste uitdrukking is trouwens een contradictio in terminis, want hoe kan een onderwijs vrij zijn als het gebaseerd is op een mensbeeld vol met dogmatische wetten.
16. Beweren dat de christelijke religie in onze westerse wereld ongevaarlijk is geworden en geen belangrijk impact meer heeft op onze ‘moderne’ samenleving is een zware onderschatting. Wij zijn er alleen maar aan gewend geraakt te leven naar hun wetmatigheden (punt 4). We hebben de menselijke plicht om iedereen attent te maken op dergelijke geïndoctrineerde attitudes die aanleiding geven tot verwrongen oordelen over tal van maatschappelijke problemen.
17. Vriendschap, liefde en seksualiteit zijn erg positieve parameters van het menselijk samenleven. Vooral de laatstgenoemde eigenschap werd door de christelijke sekte zwaar toegetakeld. Laten we dat begrip eens ontdoen van de katholieke doemgedachte en vooroordelen. We waren wat dat betreft goed bezig tijdens de seksuele revolutie van de zestiger jaren !Volgende onderwerpen moeten ontdaan worden van de overdreven negatieve emotionaliteit waarmee ze nu belast worden en dan opnieuw geëvalueerd worden op hun mate van criminaliteit.
En dat terwijl het kritisch denken werd aangemoedigd en zelfs een modeverschijnsel was geworden. Bovendien kon de grote meerderheid van de westerlingen van een degelijke schoolopleiding genieten en vertoonde de Wetenschappelijke kennis een exponentiële ontwikkeling.
2. Zelfs de ontvoogde “vrijzinnige humanisten” schrijven in hun handvest dat men respect moet betonen voor alle levensopvattingen en religiën. Hoe kan men respect opbrengen voor mensen die Mythen, Sagen en Sprookjes (vb. Icarus, Sneeuwwitje) als “de waarheid” propageren? Vooral wanneer die mensen ons dan nog allerlei wetten opleggen en gedragscodes dicteren, gewoon omdat ze met velen zijn en de macht in handen hebben?
3. Het christelijk geloof en dan zeker de Rooms-katholieke kerkfabriek is in tegenstelling met veel andere godsdiensten een hoerige bedoening.Alles is goed om zieltjes te winnen en om het aantal leden op te vijzelen.
Onmondige borelingen worden verplicht om de club te vervoegen (doop), en wanneer sommigen “intelligente” volgelingen dan toch een beetje hun wenkbrauwen beginnen op te halen bij verhaaltjes over rijstpap met zilveren lepeltjes en de duivel met bokkenpoten, dan haasten ze zich te verklaren dat het allemaal maar om symboliek gaat.
4. Erger is het gesteld met de enorme macht die de katholieke kerkfabriek zich in onze Westerse maatschappij heeft toegeëigend. Ze slagen er moeiteloos in om misdadig gedrag van hun “meestergasten” langs de normale rechtspleging te loodsen en verklaren zich gewoon ‘niet bevoegd of verantwoordelijk’ omdat ze zogezegd geen zeggenschap hebben over hun personeel. Hierbij denken we in het bijzonder aan de talloze gevallen van pedofilie en andere seksuele misdaden; die trouwens vooral het gevolg zijn van de “erfzonde” en “celibaatverplichting” die ze zelf hebben uitgevonden.
5. Godsdienst kan een handig middel zijn bij ontwikkelingsvolkeren de wet en orde te helpen respecteren. Het is duidelijk dat men dat normaal nooit zou kunnen volhouden op het moment dat dergelijke volksgroepen voldoende kennis en kritische geest hebben ontwikkeld, ware het niet dat wij blijkbaar de kracht van opvoeding en traditie zwaar onderschatten. Dat zal trouwens de enig mogelijke verklaring zijn voor onze toekomstige historici i.v.m. punt 1.
6. Het is absoluut nodig dat wij bewust worden hoeveel invloed de katholieke kerk en andere sekten op ons gedrag en denken hebben.Hoe desastreus zijn de gevolgen niet van de “erfzonde” waarmee wij – ook “atheïsten” – werden opgezadeld. Het gaat vooral over onze valse schaamte om uit te komen voor onze kwaliteiten en positieve prestaties, maar duidelijk grijpt dit kunstmatig trauma nog veel verder in ons functioneren als mens in.
7. We moeten trouwens zo snel mogelijk breken met de negatieve benaming “atheïst”. Die werd ons door de tegenpartij opgedrongen. Hoe kunnen wij niet iets zijn waarvan we overtuigd zijn dat het niet bestaat ? Laten we ons de “geestelijk autonoom agerende medemens” of iets dergelijks noemen.
8. We moeten ons vooral onderscheiden van mensengroepen die enkele dei ex machina nodig hebben om zich correct in het samenleven met anderen te gedragen. Hoe schrikbarend zijn niet de uitspraken zoals “als ik niet in de duivel en het laatste oordeel zou geloven, dan zou ik mijn gang nogal gaan!”
9. Wie tegen euthanasie is heeft voor mijn part het recht te creperen. Aan anderen moeten ze wel het zelfbeschikkingsrecht respecteren om op een waardige manier afscheid te nemen van het leven en van de mensen die hen omringen. Het is misdadig dat het opgelegde gebod van ‘de sekten’ dat alle leven beter is dan de dood - alhoewel ze die dood soms ‘verlossing’ noemen – ook wordt opgedrongen aan ‘normale’ mensen. Het gaat trouwens om een legalisering van euthanasie, niet om een verplichting.
10. Wie tegen abortus is, mag voor mijn part heel zijn leven opofferen voor een gehandicapt kind. Indien dit kind zelf voldoende kwaliteit in het leven vindt, is dat achteraf zelfs een nobele daad. Als dit kind moet leven in pijn en ongeluk, is die opoffering zelfs een vorm van folterpraktijk geworden. Aan andere mensen moet men evengoed als bij vorig punt het beschikkingsrecht laten om binnen de regels van een degelijke legalisatie abortus toe te passen. Ook hier hebben de sekten zich niet te bemoeien; zij zijn – in bepaalde gevallen: spijtig genoeg - niet verplicht om (zwaar) gehandicapte foetussen te aborteren.
11. Klonen en genetische modifactaie: wordt meestal negatief geassocieerd met de nazistische experimenten tijdens de tweede wereldoorlog. Maar toch gaat het om een belangrijke progressie in de medisch wetenschappelijke wereld. Niemand zal de voortschrijdende evolutie van onze kennisvergaring kunnen tegenhouden en dergelijke ontdekkingen zullen leiden tot onvoorstelbaar nuttige en levensreddende toepassingen. Elke uitvinding kan spijtig genoeg misbruikt worden, maar dat heeft nooit geleid tot het negeren van de nieuwe verworvenheid.
12. Religieuze overtuiging of levensbeschouwing mag nooit een verontschuldiging of vrijgeleide zijn voor racistische en/of discriminerende acties of uitspraken. Als overtuigd antiracist wraak ik dus het gedrag van veel fundamentalistische allochtonen die zelf een duidelijk herkenbaar racistisch gedrag vertonen ten opzichtig van anders of niet-gelovigen.
13. Er zit een duidelijk ‘geweten’ geprogrammeerd in onze hersenen. Dat geweten is gebaseerd op de oergedachte ‘doe niet aan een ander wat je zelf niet zou willen ondergaan’. Die wetmatigheid spruit voort uit het besef dat we nu éénmaal met zijn allen een volledige levensperiode samen zullen doorbrengen en dat we daarom allemaal voordeel halen als we voor mekaar dat leven zo aangenaam mogelijk maken. De meeste religies hebben trouwens die oerwet overgenomen en veel van hun ‘geboden’ zijn daar logisch uit ontsproten (zie punt 5).
14. Dat godsdiensten zoals de islam – die zich de laatste tijd erg agressief en fundamentalistisch uiten – ‘achterlijk’ zouden zijn ten opzichte van het christendom, is uitsluitend te wijten aan het feit dat deze ‘Grote Sekte’ onvoldoende werd blootgesteld aan onbevangen kritiek. Het kan zich net als de ‘Katholieke Sekte’ enkele eeuwen geleden, nog afschermen met sanctionerend fundamentalisme. De opleidingsgraad van de volgelingen ligt beduidend lager dan die van de huidige westerse wereld, heeft meestal de godsdienst zelf als studieobject en kritiek wordt niet gedoogd. Bovendien verzekeren dergelijke Sekten zich van voldoende staatsgezag en verzetten zij zich tegen de scheiding tussen moskee en staat.
15. Scheiding tussen Kerk en Staat is trouwens ook in die Westerse wereld verre van voltooid. Denk aan de ‘meldpunten voor pedofiel gedrag van priesters’, het ‘Kerkelijk Recht’ en het ‘Vrij Onderwijs’. Die laatste uitdrukking is trouwens een contradictio in terminis, want hoe kan een onderwijs vrij zijn als het gebaseerd is op een mensbeeld vol met dogmatische wetten.
16. Beweren dat de christelijke religie in onze westerse wereld ongevaarlijk is geworden en geen belangrijk impact meer heeft op onze ‘moderne’ samenleving is een zware onderschatting. Wij zijn er alleen maar aan gewend geraakt te leven naar hun wetmatigheden (punt 4). We hebben de menselijke plicht om iedereen attent te maken op dergelijke geïndoctrineerde attitudes die aanleiding geven tot verwrongen oordelen over tal van maatschappelijke problemen.
17. Vriendschap, liefde en seksualiteit zijn erg positieve parameters van het menselijk samenleven. Vooral de laatstgenoemde eigenschap werd door de christelijke sekte zwaar toegetakeld. Laten we dat begrip eens ontdoen van de katholieke doemgedachte en vooroordelen. We waren wat dat betreft goed bezig tijdens de seksuele revolutie van de zestiger jaren !Volgende onderwerpen moeten ontdaan worden van de overdreven negatieve emotionaliteit waarmee ze nu belast worden en dan opnieuw geëvalueerd worden op hun mate van criminaliteit.