De Belg moet van de fles Merel Deelder
Belgen behoren wereldwijd tot de grootste drinkers van flessenwater. Nochtans is het water uit de kraan van prima kwaliteit, en is het milieuvriendelijker.
Als Nederlandse is Merel Deelder opgegroeid met een zekere trots omtrent ons kraantjeswater. Water in flessen kopen vindt ze alleen iets voor noodgevallen, als je onderweg in de verste verte geen kraan bespeurt. Ons kraantjeswater is minstens zo zuiver als bron- of mineraalwater en een typische Nederlandse uitspraak is dan ook ‘met het doortrekken van je wc verspil je zes liter Spa Blauw’. Maar in België stoot juist het idee dat je hetzelfde water drinkt als dat waarmee je de wc doorspoelt bij de meesten tegen de borst. De vrees voor zogenaamd onzuiver kraantjeswater neemt bij ons haast de proporties aan van een ‘urban legend’. Belgen staan met 148 l per persoon wereldwijd op de vierde plaats van grootste drinkers van gebotteld water, na Mexico, Italië en de Verenigde Arabische Emiraten ! De gemiddelde Nederlander heeft al genoeg met 20 tot 25 l, terwijl het totaal gemiddeld op 37 l ligt. Volgens een bio-ingenieur valt die negatieve houding tegenover kraantjeswater deels te verklaren door een angst voor gezondheidsrisico’s. Dikwijls denkt men aan het Albertkanaal tussen Luik en Antwerpen als één van de bekendste en meest gebruikte drinkwaterbronnen. Daar varen schepen overheen en op het eerste zicht ziet dat water er niet proper uit. Zo zijn velen bang dat kraantjeswater drugs- en medicijnresten bevat, of hormonen zoals oestrogeen van de pil. Die bezorgdheid is nergens voor nodig en mensen zijn er zich niet van bewust dat kraantjeswater aan heel wat strenge regels moet voldoen. Met de kwaliteit van kraantjeswater is niets mis. In België dient kraantjeswater te voldoen aan de kwaliteitseisen van zowel Europese Unie, als die van de Wereldgezondheidsorganisatie, de federale en gewestelijke overheden. Alles amen gaat het om minstens 48 voorschriften die betrekking hebben tot de microbiologische, chemische en fysische kwaliteit van het water. Ze moeten vrij zijn van de Escherichia coli-bacterie (uitwerpselen) en pesticiden, terwijl stoffen als pesticiden, fosfaten en nitraten alleen in beperkte concentraties mogen voorkomen. Andere kwaliteitseisen hebben enkel te maken met de smaak en kleur van het water: zo zijn er grenswaarden voor natrium en ijzer vastgesteld om te voorkomen dat het water anders smaakt of een roestkleur krijgt. Controles op al deze eisen gebeuren bij de drinkwaterbedrijven en consumenten thuis.
Soms doet het drinkwater het op gezondheidsvlak beter dan flessenwater. Zo waren 5 van 36 onderzochte merken voor spuitwater ongeschikt voor kinderen jonger dan zeven jaar vanwege een te hoog fluorgehalte. Dat kan aanleiding geven tot tandverkleuringen in het glazuur en bij hogere dosissen zelfs pijnlijke beschadiging van botten en gewrichten veroorzaken. In België heeft kraantjeswater dikwijls een chloorsmaak en dat zou voor een deel onze voorkeur voor flessenwater kunnen verklaren. Met die chloor garanderen drinkwaterleveranciers dat het leidingwater schoon en bacterievrij uit de kraan komt. Omdat in Nederland in de jaren 1970 fors werd geïnvesteerd in het vernieuwen van leidingen zijn er vandaag nog weinig lekkages en kunnen schadelijke stoffen minder gemakkelijk het drinkwatersysteem binnendringen. Daarom wordt er in Nederland vrijwel geen chloor gebruikt in leidingwater. Bij ons vind je dat slechts in heel kleine concentraties terug zodat het geen enkel effect heeft op de gezondheid. Voor wie toch iets van chloor meent te proeven, volstaat het om een glas of karaf water een paar minuten te laten staan. De smaakverschillen tussen merken van gebotteld water zijn onderling veel groter dan die tussen flessenwater en kraantjeswater. Het gaat hier meer om smaakgewenning aan een bepaald merk.
In de rest van het artikel gaat het nog over de negatieve milieu-impact van flessenwater, zowel van de plastic als van de glazen flessen. Hierbij dient men ook rekening te houden met elektriciteits- en grondstoffenverbruik, CO2 uitstoot en verpakkingsvorm. Bij dergelijke vergelijkingen vindt men veel hoger impact bij flessenwater dan bij kraantjeswater (factor 717 voor eutrofiëringsgraad1, 150 voor CO2-uitstoot). Om de consumptie van drinkwater aan te moedigen is er nood aan een goede marketingcampagne waarmee men de commercials vanuit de flessenindustrie kan overtroeven. Zo staat een glas water bovenaan de voedingsdriehoek en dient men de nadruk te leggen op het gebruiksgemak van kraantjeswater. Zowel op straat als in school- en werkomgeving dient men meer kraantjeswater via waterkranen, glazen en kannen aan te bieden en studenten gebruiken steeds meer hervulbare flessen. Hopelijk wordt dit gedrag de nieuwe norm.
In een apart kadertje geeft Marjolein Vanoppen wel aan dat in enkele regio’s in België het kraantjeswater een te hoog nitraatgehalte kan bevatten voor zwangere vrouwen en baby’s jonger dan zes maanden. Voor diezelfde groep dient men ook op te letten voor loodleidingen in huizen gebouwd voor 1970. Ook kunnen niet-kwetsbare groepen dan best ’s ochtends of bij het thuiskomen na de werkdag de kraan even te laten lopen. Meestal zijn die loodleidingen wel vervangen door buizen in koper of kunststof.
Als Nederlandse is Merel Deelder opgegroeid met een zekere trots omtrent ons kraantjeswater. Water in flessen kopen vindt ze alleen iets voor noodgevallen, als je onderweg in de verste verte geen kraan bespeurt. Ons kraantjeswater is minstens zo zuiver als bron- of mineraalwater en een typische Nederlandse uitspraak is dan ook ‘met het doortrekken van je wc verspil je zes liter Spa Blauw’. Maar in België stoot juist het idee dat je hetzelfde water drinkt als dat waarmee je de wc doorspoelt bij de meesten tegen de borst. De vrees voor zogenaamd onzuiver kraantjeswater neemt bij ons haast de proporties aan van een ‘urban legend’. Belgen staan met 148 l per persoon wereldwijd op de vierde plaats van grootste drinkers van gebotteld water, na Mexico, Italië en de Verenigde Arabische Emiraten ! De gemiddelde Nederlander heeft al genoeg met 20 tot 25 l, terwijl het totaal gemiddeld op 37 l ligt. Volgens een bio-ingenieur valt die negatieve houding tegenover kraantjeswater deels te verklaren door een angst voor gezondheidsrisico’s. Dikwijls denkt men aan het Albertkanaal tussen Luik en Antwerpen als één van de bekendste en meest gebruikte drinkwaterbronnen. Daar varen schepen overheen en op het eerste zicht ziet dat water er niet proper uit. Zo zijn velen bang dat kraantjeswater drugs- en medicijnresten bevat, of hormonen zoals oestrogeen van de pil. Die bezorgdheid is nergens voor nodig en mensen zijn er zich niet van bewust dat kraantjeswater aan heel wat strenge regels moet voldoen. Met de kwaliteit van kraantjeswater is niets mis. In België dient kraantjeswater te voldoen aan de kwaliteitseisen van zowel Europese Unie, als die van de Wereldgezondheidsorganisatie, de federale en gewestelijke overheden. Alles amen gaat het om minstens 48 voorschriften die betrekking hebben tot de microbiologische, chemische en fysische kwaliteit van het water. Ze moeten vrij zijn van de Escherichia coli-bacterie (uitwerpselen) en pesticiden, terwijl stoffen als pesticiden, fosfaten en nitraten alleen in beperkte concentraties mogen voorkomen. Andere kwaliteitseisen hebben enkel te maken met de smaak en kleur van het water: zo zijn er grenswaarden voor natrium en ijzer vastgesteld om te voorkomen dat het water anders smaakt of een roestkleur krijgt. Controles op al deze eisen gebeuren bij de drinkwaterbedrijven en consumenten thuis.
Soms doet het drinkwater het op gezondheidsvlak beter dan flessenwater. Zo waren 5 van 36 onderzochte merken voor spuitwater ongeschikt voor kinderen jonger dan zeven jaar vanwege een te hoog fluorgehalte. Dat kan aanleiding geven tot tandverkleuringen in het glazuur en bij hogere dosissen zelfs pijnlijke beschadiging van botten en gewrichten veroorzaken. In België heeft kraantjeswater dikwijls een chloorsmaak en dat zou voor een deel onze voorkeur voor flessenwater kunnen verklaren. Met die chloor garanderen drinkwaterleveranciers dat het leidingwater schoon en bacterievrij uit de kraan komt. Omdat in Nederland in de jaren 1970 fors werd geïnvesteerd in het vernieuwen van leidingen zijn er vandaag nog weinig lekkages en kunnen schadelijke stoffen minder gemakkelijk het drinkwatersysteem binnendringen. Daarom wordt er in Nederland vrijwel geen chloor gebruikt in leidingwater. Bij ons vind je dat slechts in heel kleine concentraties terug zodat het geen enkel effect heeft op de gezondheid. Voor wie toch iets van chloor meent te proeven, volstaat het om een glas of karaf water een paar minuten te laten staan. De smaakverschillen tussen merken van gebotteld water zijn onderling veel groter dan die tussen flessenwater en kraantjeswater. Het gaat hier meer om smaakgewenning aan een bepaald merk.
In de rest van het artikel gaat het nog over de negatieve milieu-impact van flessenwater, zowel van de plastic als van de glazen flessen. Hierbij dient men ook rekening te houden met elektriciteits- en grondstoffenverbruik, CO2 uitstoot en verpakkingsvorm. Bij dergelijke vergelijkingen vindt men veel hoger impact bij flessenwater dan bij kraantjeswater (factor 717 voor eutrofiëringsgraad1, 150 voor CO2-uitstoot). Om de consumptie van drinkwater aan te moedigen is er nood aan een goede marketingcampagne waarmee men de commercials vanuit de flessenindustrie kan overtroeven. Zo staat een glas water bovenaan de voedingsdriehoek en dient men de nadruk te leggen op het gebruiksgemak van kraantjeswater. Zowel op straat als in school- en werkomgeving dient men meer kraantjeswater via waterkranen, glazen en kannen aan te bieden en studenten gebruiken steeds meer hervulbare flessen. Hopelijk wordt dit gedrag de nieuwe norm.
In een apart kadertje geeft Marjolein Vanoppen wel aan dat in enkele regio’s in België het kraantjeswater een te hoog nitraatgehalte kan bevatten voor zwangere vrouwen en baby’s jonger dan zes maanden. Voor diezelfde groep dient men ook op te letten voor loodleidingen in huizen gebouwd voor 1970. Ook kunnen niet-kwetsbare groepen dan best ’s ochtends of bij het thuiskomen na de werkdag de kraan even te laten lopen. Meestal zijn die loodleidingen wel vervangen door buizen in koper of kunststof.
- gemeten in fosfaat